Wat is de NICU?
De NICU, oftewel Neonatale Intensive Care Unit. Een begrip welke voor mij lange tijd onbekend was. Een begrip die je als ouder ook graag onbekend blijft. Als je eenmaal weet wat het is, hoe het eruit ziet, maakt het voor altijd deel uit van je leven, want ja, een NICU maakt veel indruk.
Met 34,5 weken zwangerschap vind onze dochter het wel genoeg en na 14 uur weeën komt ze dan ter wereld. Terwijl ik lig de wachten op een plekje op de OK, word mijn dochter onder begeleiding van kinderarts en verpleegsters samen met mijn man naar de NICU gebracht. Zo’n 6 uur later zie ik mijn dochter voor het eerst weer op de NICU. Een grote zaal met couveuses (en hier en daar een open bedje), en een grote balie welke 24 bemand wordt.
COUVEUSE
Bij iedere couveuse staan monitoren en apparaatjes met lampjes, snoertjes en buisjes met eventueel medicatie en in ons geval beademingsapparatuur, een drain en katheter. Wanneer er een alarm afgaat, en dat gebeurt zeer regelmatig, doordat een kindje een saturatiedip heeft, ademhalingsdip of de medicatiebuis is leeg (of ernstigere oorzaken), dan is er direct een verpleegkundige bij om je kindje te helpen daar waar nodig is. Hoewel het behoorlijk indrukwekkend is om al die kleine baby’s te zien liggen in hun glazen huisjes en de nodige toetsers en bellen, geeft de aanwezigheid van deskundigen een klein beetje geruststelling. Want als pasbevallen vrouw is het niet mogelijk om altijd bij je kindje te zijn. Ook dat maakt indruk, heel veel indruk.
HELPEN
Gelukkig zijn de medewerkers op de kraamafdeling en van de NICU bereidt om moeder altijd naar hun kindje te brengen, zelfs met bed en al. Ook mag je als ouder helpen met het verzorgen van je kindje, voeding via de sonde inspuiten, luiers verschonen, eventueel kleertjes aandoen, zo mogelijk wassen en wanneer het kan zo veel mogelijk buidelen. Ook hangt er een camera boven de couveuse en krijg je als ouder een inlogcode om zo 24 uur je baby online te kunnen bekijken.
De couveuse wordt aangekleed met vrolijke printjes en een naamslinger, om het klinische toch een beetje weg te kunnen halen. Iedere ochtend is er een ‘visite ronde’ en lopen artsen (in opleiding) en verplegers langs alle baby’s om te bespreken wat er aan de hand is en wat het zorgplan is. Deze informatie wordt ook gedeeld met ouders. Ik kan via de app meekijken welke onderzoeken er worden gepland, wanneer er bloed is geprikt, hoe laat ze voeding en medicatie krijgt en alles wat er eigenlijk besproken en gedaan is of wordt.
Er zijn al veel ziekenhuizen waar je baby in de couveuse op een eigen kamer kan liggen en waar er een extra bed voor een ouder bijstaat om altijd bij je kindje te kunnen slapen / zijn. Wanneer je kindje uit de couveuse mag, kan het overgaan in een warmtebedje of ‘gewoon’ bedje. Na de NICU kan het zijn dat je kindje naar een andere afdeling binnen het ziekenhuis gaat, waar de zorg iets minder intens is dan op de NICU.
Een aantal NICU termen die je vaak hoort wanneer je baby op de NICU verblijft:
- Trilbeademing/HFV: een specifieke manier van het toedienen van kunstmatige beademing, waarbij de gehele ademhaling wordt overgenomen door een beademingsmachine. Bij trilbeademing of Hoge Frequentie Ventilatie wordt er een beetje zuurstof en lucht in op hoge frequentie (600 keer per minuut) toegediend. Een baby kan hierbij ook zelf eventueel mee ademen. De borstkas van de baby beweegt mee met de trilling. Deze manier van beademen geeft minder kans op longschade.
- CPAP: ademhalingsondersteuning via een masker dat aan een mutsje wordt vastgemaakt. CPAP zorgt voor extra basisdruk in de longen en ondersteunt en stimuleert de eigen ademhaling van de baby.
- Zuurstofbrilletje: een klein wit “snorretje” onder de neus met een kleine ingang in beide neusgaten om ademhalingsondersteuning te bieden. Dit is minder intensief dan CPAP.
- Infant flow: Dit is een manier van ademhalingsondersteuning door bijvoorbeeld CPAP
- Low flow: Dit is een manier van ademhalingsondersteuning. Hierbij worden er kleine beetje lucht met extra zuurstof de longen in geblazen. Dit gaat vaak via een zuurstofbrilletje.
- Saturatie: Het zuurstofgehalte in het bloed. Bij pasgeboren baby’s en met name te vroeggeboren baby’s kan er nogal eens een dip voorkomen in het zuurstofgehalte. Daarom wordt deze gemeten.
- Sonde: Pasgeboren baby’s hebben vaak een neus-maag sonde, een slangetje welke via de neus naar de maag loopt. Via een spuit aan het slangetje kan voeding worden toegediend.
- Fotolamp/Blauwe lamp: Wanneer baby’s last hebben van geelzucht, gaan zij onder de blauwe lamp. Hierbij dragen zij een masker om hun ogen te beschermen tegen oogschade.
- Bilirubine: een afvalstof van rode bloedcellen en giftig voor het lichaam. Een verhoging van bilirubine geeft aan dat er problemen zijn met de lever of galwegen. Bij baby’s uit zich dat vaak in geelzucht.
- Prematuur: baby geboren voor 37 weken zwangerschap
- Dysmatuur: baby geboren met een te licht geboortegewicht voor
- High care / HC: Deze vorm van zorg is iets minder intensief dan de NICU (geen IC zorg meer), maar baby’s / jonge kinderen hebben hier nog steeds intensieve zorg nodig. Wel is er nog gespecialiseerde zorg nodig. De vitale functies worden hier nog steeds gecontroleerd.
- Medium care: Sommige ziekenhuis noemen de High Care ook wel Medium Care of MC. Een stap lager dan de IC / NICU, maar nog steeds is er intensieve zorg vereist.
- Low care: Dit is de verpleegafdeling. Hier is er geen of minder controle meer op de vitale functies.
- Couveuse: Een afgesloten unit waarin een baby na de geboorte kan worden opgenomen. De temperatuur wordt hierin geregeld, omdat baby’s zichzelf vaak nog niet warm kunnen houden. Wanneer een baby beademing of CPAP nodig heeft, blijft het kindje nog in de couveuse.
- Warmtebedje: Een open bedje welke nog wel verwarmd wordt. Ademhalingsondersteuning door middel van low flow kan ook in dit bedje gegeven worden vanaf de onderkant.
- Open bedje: Een open bedje is een ‘gewoon’ ledikantje of een warmtebedje.